De VOC speelde geen rol van betekenis bij de trans-Atlantische slavenhandel. Wel gebruikte de maatschappij in Azië inlandse slaven en voerde zij slaventransporten uit. Uit Afrika (Madagaskar, Kaap de Goede Hoop en Mozambique) werden slaven naar Oost-Indië getransporteerd. Joan Gideon Loten (1710-1789) heeft daar als hoge V.O.C. functionaris zeker van geweten. (Afgebeeld is het wapen van Joan Gideon Loten, hem gegeven door de Engelse koning. (Foto Anne Doedens. Utrechts Archief.))

Meer informatie

Loten aanschouwde het levenslicht op de Groenekanse hofstede Schades Hoeve en werd kort daarop gedoopt in het kerkje van Blauwkapel. Het landgoed van de Lotens  kwam  in de negentiende eeuw in bezit  van de familie Grothe, die het bij hun bezit – Voordaan – voegden. Joan Gideon werd gouverneur van Ceylon (1752-1756) en Raad van Indië. Zeker is, dat Loten en zijn vrouw tijdens hun verblijf op Ceylon slaven hielden. Loten werd befaamd als natuuronderzoeker. Hij liet een imposante collectie aquarellen van vogels en vlinders na die op Celebes (het huidige Sulawesi), Ceylon (het huidige Sri Lanka) en Java voor hem werden gemaakt door beambten van de VOC. Het leverde hem het lidmaatschap op van de prestigieuze Royal Society (waar ook Newton lid van  was). In Westminster Abbey staat een beeld van hem.

 

Familierelaties: Curaçao

Lotens tante van moederszijde was Alida Theodora (ook wel Aldora or Alidoortje) Aerssen van Juchen (1684-1746). Alida was de echtgenote van Otto Jacobus Severijn (1682-1719) Joan Gideons oom.  Severijn vertrok in 1718 met zijn gezin uit de Republiek naar Curaçao, waar hij  vanaf 12 Juli 1718 als commissaris van de slavenhandel optrad, maar zou het jaar daarop overlijden. Zijn weduwe, Lotens tante, bleef aanvankelijk op het eiland wonen Haar oudste zoon, Lotens neef, kreeg in 1720 een betrekking bij de W.I.C. Ook Lotens vader, Jan Carel,  had een belang in de W.I.C. Dat blijkt uit een stuk uit 1724 waar diens handtekening onder staat.

Tegen de achtergrond van de betrokkenheid van zijn familie bij de W.I.C, en de V.O.C. – Joan Gideons oom werkte voor de V.O.C. in Bengalen – was Joan Gideons vertrek naar Indië niet vreemd. Hij arriveerde in 1732 als jonge man van 22 jaar in Indië. Nadien vertoonde zijn carrière een stijgende lijn, met als hoogtepunten zijn benoeming tot gouverneur van Makassar op Celebes in 1743 en  in 1749 tot buitengewoon lid van de Raad van Indië, het centrale bestuur van de V.O.C. in de Oost. Een paar jaar later groeide zijn vermogen doordat hij de universele erfgenaam werd van de in 1753 gestorven Nathanael Steinmetz, voormalig gouverneur en directeur van Ambon. Deze erfenis verschafte Loten financiële onafhankelijkheid gedurende de rest van zijn leven.

In het testament van Steinmetz zijn veel sporen van het slavernijverleden terug te vinden. Er is onder meer sprake van de Balinese slaaf Patas en drie vrouwelijke slaven (die overigens niet in handen van Loten kwamen).  Loten erfde ook tien aandelen in de Amphioen Sociëteit, de Nederlandse opium-monopolist in de Oost. Niet Steinmetz’ gehele nalatenschap ging echter naar Loten. Er waren een paar aparte legaten. De vrijgelaten, gedoopte slavin Anna Maria van Boegies kreeg van Steinmetz wat geld en meubilair en de slavin Sophia uit  Makassar. Adries Retting, gevangenisbewaker van het Kasteel van Batavia, werd bezitter van de slavin   Malatie.  Een zekere Hendrik Rischbieter  verwief Sayra, de vrouw van de slaaf  Patas. Over de relatie van Loten met Steinmetz is overigens verder weinig bekend.

Loten schijnt zijn slaven goed behandeld te hebben. Dat deed een protegé van hem, een zekere Joris Beens, zeker niet.  Die kwam met een aanbeveling van Gideons vader in 1743 in Indië aan en kreeg in 1744 als resident  de leiding buitenposten Boelecomba en Boni. Deze benoeming hij te danken aan Joan Gideon. Joris Beens kocht van een Chinese ‘kapitein’ een schip, waarmee hij illegaal jaarlijks tussen de 180 tot 200 slaven naar Batavia bracht.  Schepen van de inheemse bevolking die Beens’ schip niet groetten kregen een boete van 88 rijksdaalders. Wie die niet betaalde verloor zijn schip, de bemanning werd dan slaaf gemaakt. Dat alles gebeurde, kennelijk buiten kennis van Loten, op een heel wrede manier. Beens maakte het in 1748 nog bonter, door schip van een familielid van de vorst van Boni te plunderen. Daarbij viel een dode. De vorst reageerde met gewapend geweld. Loten, kennelijk inmiddels beter geïnformeerd, zegde Beens de wacht aan: diens gedrag was illegaal geweest: Beens had immers  het verdrag geschonden waarbij afgesproken was, dat de schepen van Boni niets in de weg mocht worden gelegd. Beens vertrok, bang geworden door een aanval van de vorst van Boni, naar Java. Daarvandaan voer hij eind 1749 naar de Republiek, 55.000 gulden rijker dan hij bij aankomst in 1743 was geweest, een bedrag dat voor de bepaling van de huidige waarde met  meer dan dertig moet worden vermenigvuldigd. De Compagnie wilde daarna niet voor niets een deel van haar geld terug. In de Republiek volgde daarop een strijd tussen Beens en de V.O.C. over de financiële afwikkeling, een nachtmerrie voor Loten. Intussen was Gideon volledig geïnformeerd geraakt over de wandaden van zijn vroegere beschermeling en informeerde de gouverneur-generaal over diens wreedheden.

In 1752 werd Loten gouverneur van Ceylon, het huidige Sri Lanka. Lotens echtgenote, Anna Henriëtta Van Beaumont had daar vrouwelijke slaven, In 1758 keerde Loten terug naar de Republiek, met medeneming van een dienstmeid uit Celebes meenam die hem in Londen en Utrecht diende. Joan Gideon beschouwde deze Sitie echter niet als slavin.

 

AD

Literatuur en bronnen.

Over Loten uitgebreid: A.J.P. Raat, The life of Governor Joan Gideon Loten (1710-1789) : a personal history of a Dutch virtuoso.(diss. Leiden 2010.) Over  Severein en zijn familie: A.J.C. Krafft, Historie en oude families van de Nederlandse Antillen. Het Antilliaanse patriciaat (Den Haag 1951) 195-199. Verder werd gebruik gemaakt van een akte van 5 oktober 1724 (notariële archieven Utrechts Archief, 34-4.932, notaris T. de Vosch van Avezaat.)

Als u meer wilt weten, lees dan het boek De Bilt en zijn slavernijverleden van Dick Berents en Anne Doedens. U kunt het voor € 13,50 kopen in de boekhandel of bestellen HIER.

Spring naar toolbar