Afbeelding: Jan Baptist Kobell, Landschap met vee 1804 ( bron: Oud-Utrecht, december 2022)
De rundveehouderij in de kernen van De Bilt is zo oud als de kernen zelf. Ooit liepen er duizend koeien in Groenekan, Westbroek en Maartensdijk’, vertelt veehouder Ben Huiden, die 70 zogenaamde Holstein-Friesians melkt. Die aantallen zijn echt verleden tijd. Hoe het verder gaat met de boeren in de Biltse kernen? Dat is aan de politiek en wat de burger wenst te betalen, aldus Jan Huiting, die de geschiedenis van het Utrechtse rund onderzocht.
Bekijk hier de aflevering in de serie Levende Monumenten:
Aanvankelijk werden de landbouwhuisdieren gehouden om de akkerbouw van toen van de noodzakelijke mest te voorzien. Boeren verbouwden voedselgranen ( tarwe, boekweit, rogge) en ook hennep en vlas, waarmee kledingstoffen zoals linnen konden worden vervaardigd. Een boerderij was ingericht op de agrarische productie.
Roodbont werd zwartbont, kaas werd melk
Kaas, uit melk gemaakt was een belangrijk middel van bestaan. In de 18e en 19e eeuw werd de regio getroffen door uitbraken van veepest. Een groot deel van het roodbonte vee werd weggevaagd en veelal vervangen door zwartbonten die vanuit het buitenland werden ingevoerd. De melkproductie van het rundvee zou met de jaren steeds belangrijker worden. Nu loopt het aantal runderen en agrarische bedrijven binnen de gemeente steeds verder terug. Hier en daar wagen plaatselijke veehouders zich opnieuw aan een klassiek ras.
VC
Bronnen:
Utrechts Rundvee (1400 – 1800) – Jan H. Huiting – Oud-Utrecht – december 2022
Boeren in Nederland, Geschiedenis van de Landbouw 1500- 2000 Jan Bieleman – 2008
Met dank aan: dr. Jan H. Huiting en melkveehouder Ben Huiden