In een afschrift van een verloren gegane oorkonde uit 1113 (opgenomen in een stuk uit 1231) is sprake van de komst van de Brugse prior Ludolf als eerste abt van het klooster Oostbroek. Hij werd vergezeld door zijn halfzuster. Dit jaartal wordt ook getoond in deze afbeelding uit de Monumenta van Aernout van Buchel van bijna 500 jaar later. De oorkonde wordt als vals beschouwd maar een deel van de inhoud kan echt zijn.

 

Meer informatie

In de jaren 1075 – 1125 bestond het feitelijke, formele en informele overheidsgezag in het bisdom Utrecht uit de door de ‘rooms koningen’ en keizers aan de bisschop verleende macht. De eerste keer dat er sprake is van de overdracht van bezit en rechten op later Bilts gebied, betreft Achttienhoven in 1085 (zie: De schenking van Achttienhoven aan het kapittel van Sint Jan). In dat jaar kreeg het kapittel van de Utrechtse St. Jan van de Utrechtse bisschop het recht op ontginning van het gebied dat Achttienhoven wordt genoemd in bezit en bestuur. Ook al zijn er valse elementen in het stuk van 1231, de mededelingen over Ludolf en zijn komst en herkomst kunnen correct zijn. In 1147 werd hij kennelijk opgevolgd door de abt Herewold.

Het klooster Oostbroek werd gesticht door twee vermoedelijk onvrije ridders of ministerialen, dienaren van de Utrechtse bisschop. Zij worden voor het eerst genoemd in de formele schenkingsoorkonde van Mathilde, echtgenote van Hendrik V van 14 maart 1122. Op het moment van deze schenking was er volgens lokale historici als Van der Heiden zeker al een functionerende kloosterorganisatie. Enkele vakhistorici denken daar anders over.

AD

U bevindt u op de Rondleiding over de kloosters in De Bilt. Voor het vervolg klik HIER