De naam Meyenhage (ook wel Meijenhage) voor een landhuis in De Bilt is een bron van verwarring. De naam geldt voor twee verschillende, zij het dicht bij elkaar gelegen, landhuizen. Een tweede probleem is dat van beide landhuizen niets meer te zien is buiten archiefstukken en verslagen van archeologisch onderzoek. Hierboven is afgebeeld het ‘tweede’ Meyenhage, dat daarvoor de Steenen Camer werd genoemd. (Beeldcollectie Historische Vereniging D’Oude School)
Het gebied waar de naam Meyenhage het eerst aan verboden werd, werd in 1489 voor het eerst genoemd. Het betrof een grondstuk dat behoorde aan het klooster Oostbroek. De naam Meyenhage verscheen in 1557 in koopakten. Het ging om een hofstede met daarbij horende landerijen. Het goed lag tussen de huidige Snippenlaan en Hertenlaan in De Bilt. In 1756 was het landgoed in bezit van Cornelis van der Hoop. Van der Hoop was in die tijd ook eigenaar van de landgoederen Jagtlust en de Steenen Camer en van de boerderij Oldebrandenburg. Hij liet de naam Meyenhage vallen voor het perceel bij de huidige Hertenlaan en gebruikte de naam Meyenhage voortaan voor de Steenen Camer. Dit landhuis was gelegen aan de huidige Groenekanseweg tegenover het Dr. Letteplein.
Het oude Meyenhage kwam in 1795 in handen van Johan Wolters van de Poll. Hij liet alles afbreken en bij kadastrale metingen in 1824 was er alleen nog sprake van een vijver bij de Hertenlaan-Snippenlaan die aan het oude landhuis zou herinneren.
De Steenen Camer gelegen aan de Groenekanseweg tegenover het Dr. Letteplein was oorspronkelijk ook deel van het grondbezit van het klooster Oostbroek. Na de Reformatie werd de grond verkocht en volgden er meerdere eigenaren. Over de oude behuizing in de 16e tot in de 18e eeuw is weinig bekend. Er is een tekening bewaard gebleven uit 1722. Bij de sloop van het gebouw in 1955-1956 zijn wel stevige fundamenten en oude keldergewelven van de oude drie met elkaar verbonden gebouwen gevonden. We zagen al hoe in 1759 Cornelis van der Hoop de Steenen Camer in handen kreeg en het de naam Meyenhage gaf. Hij heeft het huis ook grondig verbouwd en vergroot. Na Van de Poll, die het oude Meyenhage sloopte, heeft het nieuwe Meyenhage nog een lange reeks van eigenaren gehad. In 1955 raakte het in handen van een projectontwikkelaar en viel voor Meyenhage de sloophamer.
Er kwam iets moois voor terug. In de nieuwbouwplannen na de Tweede Wereldoorlog kwam rond de Eerste Brandenburgerweg de wijk Bieshaar tot stand, die bestond uit eengezinswoningen en een flatgebouw aan de Groenekanseweg. Architecten waren W.M. Dudok en R. Magnée. Zij bouwden op de plek van Meyenhage. De flat direct op de hoek van de Eerste Brandenburgerweg en de Groenekanseweg, die sterk leek op Dudoks Julianaflat in Bilthoven, is niet door Dudok en zijn partner ontworpen, maar door de architect A. De Ridder.
Toch is er onduidelijkheid over de naam Steenen Camer. In het bovenstaande verhaal valt de naam samen met in 1955 gesloopte landhuis Meyenhage. In sommige publicaties wordt de naam Steenen Camer ook gebruikt voor een paar boerenhuizen aan de Eerste Brandenburgerweg. Deze huizen zijn in 1931 afgebrand en stonden onder de Biltse bevolking bekend als de Steenen Camer. De officiële benaming was Molenzicht. Foto onder: de door Dudok gebouwde flat (Foto DAB)
PvH
U bevindt u op de Rondleiding over de noordelijke landhuizen. Voor het vervolg klik HIER.
Literatuur:
Everard E. Gewin De Bilt , een Utrechts dorp in vroeger eeuw. De Bilt 1991 (herdruk)
J.W.H. Meyer, Kleine geschiedenis van De Bilt en Bilthoven. Bunnik 1995.
C.W.M. Hazelzet, ‘Dudok in De Bilt’, De Biltse Grift, december 2012.
https://historischekringdebilt.nl/wp-content/uploads/KB_ODB_Oude_Akten_Het_landgoed_Meijenhagen.pdf