Gezichten op ’t behang

Maar niet echt van binnen bang

Toen was geluk heel gewoon…

(‘1948’ Kees van Kooten en Wim de Bie in Hadimassa 1972)

Op de foto zien we de in 1954 geopende zaak van de firma Klok in de Nieuwstraat in De Bilt. ‘Schilders- en behangersbedrijf’ staat er boven de etalage, waarin gedeeltelijk uitgerolde behangrollen de aandacht vragen.  Behangen was onderdeel van de “voorjaarsschoonmaak”. In een tijd toen binnen nog volop werd gerookt en waarin er gestookt werd met kolenkachels, ging ieder voorjaar alles van zijn plaats en werd er schoongemaakt, gewassen en geboend en niet zelden werd er een nieuw behangetje aangebracht. Tegenwoordig zien we dat steeds minder gebeuren.

 

Meer informatie

Behangen werd gedaan om sfeer in huis te brengen, en om een persoonlijk accent te verlenen aan onze leefomgeving. Hiervoor haalden we dan stalenboeken in huis en hielden we allerlei voorbeelden tegen een stukje muur tot de definitieve keuze was gemaakt.

Voor degenen die niet zelf het behang konden aanbrengen, waren er bedrijven zoals de firma Klok. Niet iedereen was even handig en je moest veel problemen overwinnen. De op te plakken banen werden op de plaktafel gelegd en ingesmeerd met plaksel. Goed opletten dat het plaksel van de goede dikte is en eerst laten intrekken in het behang alvorens het op de muur te plakken. Anders ontstonden er blazen die er met een stoffer moesten worden uitgeveegd, of erger nog, de baan viel van de muur.

Pas op dat bij een behang met een motiefje de aansluiting met de volgende baan correct is. En denk erom dat een dun behangetje niet scheurt, want dat is gebeurd voor je het weet. En het schietloodje niet vergeten om te controleren of de baan wel echt recht is geplakt. Maar eenmaal klaar, dan bekeek men met voldoening het resultaat.

Waar komt de gewoonte om de muur te beplakken eigenlijk vandaan? Aanvankelijk bekleedden de welgestelden die zich de luxe konden veroorloven, hun muren met tapijten. Daarna, eind 16e eeuw, kwam goudleerbehang in de mode. Maar pas in de 18e eeuw werd er op grote schaal behang geproduceerd. Dit gebeurde door met de hand gedrukte vellen of blokken aan elkaar te plakken. In 1756 werd de eerste behangfabriek geopend in Frankrijk en in 1777 verscheen in ons land de eerste behangfabriek in Hoorn, opgezet door een predikant, Cornelis Ris.

Het duurde nog jaren, tot 1835 om precies te zijn, totdat de bekende lange rollen behangpapier op de markt verschenen. Toen begon ook het behang met motief plaats te maken voor patroontjes, lijntjes en streepjes. De enige Nederlandse fabriek van rollen behangpapier was die van Balthasar Deuss in Roermond, maar deze moest in 1899 zijn poorten al sluiten vanwege de buitenlandse concurrentie.

De techniek van het behangen werd steeds eenvoudiger. In vroeger dagen werd het behang gelijmd op jute (ragdoek) dat op latten (rachels) werd gespannen. Deze latten werden tegen de muur geplaatst, het zogenaamde betengelen. Tegenwoordig is behangen een stuk eenvoudiger en kan de doorsnee doe-het-zelver op de moderne gladde muren behang plakken.

Ondanks deze vereenvoudiging heeft behangen voor een groot deel afgedaan. In plaats van het beplakken van de muur met behang, heeft schilderen of sauzen de functie van decoratie grotendeels overgenomen. Sauzen gaat sneller en is eenvoudiger en je hebt minder voorbereiding nodig. Met een kwast, een roller en een blik verf kun je al aan de slag en bovendien is verven goedkoper dan behangen.

WK

U bevindt u op de Rondleiding over nostalgie. Voor het vervolg klik HIER.

 

Literatuur:

Geschiedenis behangwerk-Behang-info.nl

Geschiedenis van het behang-Studio Mey & Zij

Foto: Familie Klok