Op deze foto zien we de bewoners van een bejaardentehuis – we zouden later zeggen: verzorgingshuis – in Maartensdijk omstreeks 1960. De foto is gemaakt door Jospé. ( RHC Vecht en Venen) Tegenwoordig zijn verzorgingshuizen zeldzaam geworden; ze zijn verdrongen door andere vormen van zorg en wonen.

 

Meer informatie

In een bejaardentehuis werden ouderen opgenomen omdat ze verzorging of verpleging nodig hadden. Andere termen waren rusthuis, rustoord, tehuis voor ouden-van-dagen en woon-zorgcentrum.

In Nederland stichtten rijke weldoeners vanaf de veertiende eeuw woonvoorzieningen voor armlastige ouderen, die meestal hofjes werden genoemd. Het was een vorm van liefdadigheid. Toch was het gebruikelijk dat kinderen voor hun ouders bleven zorgen totdat deze overleden. Kinderen bleven bij hun ouders wonen of namen hun ouders in huis als de bejaarden niet meer konden werken en geen inkomen meer hadden. Zorgen voor je ouders kon een zware belasting betekenen, bijvoorbeeld als een ongehuwde dochter het moest doen. Voor degenen die het konden betalen, bestonden wel particuliere rustoorden.

In 1956 werd de Algemene Ouderdomswet (A.O.W.) ingevoerd, waardoor iedereen vanaf het vijfenzestigste jaar een gegarandeerd minimuminkomen had. Tegelijk nam het aantal bejaardenoorden toe.  Het werd vanzelfsprekend dat je na je vijfenzestigste in een tehuis voor ouden-van-dagen werd ondergebracht. Velen meldden zich al ruim van tevoren aan om op tijd een plekje te verwerven.

Inmiddels nam de levensverwachting toe. De gemiddelde leeftijd van overlijden steeg van 59 jaar in 1950 naar 75 jaar in 2012 bij mannen; voor vrouwen was dat van 63 naar 80 jaar. Deze leeftijden stegen nog verder, vlakten na 2016 af en daalden iets tijdens de covidepidemie.

De grote hoeveelheid bejaarden betekende een enorme druk op de zorg en op de rijksbegroting. Verder bleek dat de Nederlanders veel langer lichamelijk en geestelijk gezond waren. Iemand  van zeventig was vaak tot meer in staat dan vroeger iemand van vijfenvijftig.

In 2015 schafte de overheid in principe de verzorgingshuizen af. De zorginrichtingen moesten de zorg voortaan anders inrichten. Enerzijds moest men meer zorg aan huis organiseren, terwijl aan de andere kant veel zorgcentra werden omgebouwd tot zelfstandige woningen. Voor degenen die langdurige zorg nodig hadden, verwees men naar het verpleeghuis.

DAB

U bevindt u op de Rondleiding over nostalgie. Voor het vervolg klik HIER.