Nog voor de Pruisisch troepen op 13 september 1787 stadhouder Willem V te hulp schoten en zijn strijd met de patriotten, waren er in juli 1787 aan de stadhouder loyale Gelderse troepen in de richting van het patriotse Utrecht opgerukt, naar Zeist en De Bilt. Over hun ervaringen lezen we in de Geldersche Historische Courant van die dagen. [Rijksmuseum Amsterdam: patriotten verlaten Utrecht, 1787, anoniem, 1787.]
We lezen op 17 juli 1787:
‘Er wierde een detachement afgezonden om de voorposten te soutineeren [ondersteunen], die tot de Bilt voortrukten, dag alles was reeds naar de stad geretireerd. De Rhyngraaf [de commandant van de patriotse troepen in Utrecht, Salm] zoude mede daar geweest zyn: hy had aan de Bilt een glas genever gevraagt met bitter, dog konde haast wegens eene beeving of onpasselykheid het glas niet aan de mond brengen. Of het nu Orange-bitter daar de oorzaak van was of andere redenen kan ik niet recht bepaalen.’
We lezen eveneens op 17 juli 1787, in een ‘extract uit een brief uit het Camp’ van Zeist:
‘Wy hebben aan den Bilt post gevat – de Rhyngraaf heeft goed gevonden ons eens 400 kanonschooten toe te zelden, zonder de houbitsers [houwitsers] te rekenen, en dit alles zonder een kat te raken. Een handgrenaat alleen viel onder onze canonniers, maar gelukkig deedt dezelve geen effect. By onderzoek vond men dat het kruid vogtig en muf was – anders had dezelve mogelyk kwaad kunnen doen. […] Zyn Doorl[uchtige] Hoogheid heeft de Bildt komen bezichtigen, en niettegenstaande men Hoogstdezelve waarschouwde niet te ver te gaan [in de richting van de patriotse troepen van Utrecht], een end weegs buiten de batteryen voorwandelende, hebben eenige daar geposteerde scherpschutters, op den Prins geschooten – maar dank zy den goeden God -! Hunne vadermoordende kogels hebben niet dan [alleen maar] de takken der boomen geraakt.’
Twee weken laten, dertien dagen voor de Pruisische inval, vielen er wel degelijk slachtoffers bij De Bilt. We lezen in dezelfde Geldersche Historische Courant, in een ‘extract uit een particuliere missive’:
‘Men kan met zekerheid uit den mond van een oorgetuigen [sic!], die present was toen de Generaal Major van der Burg het raport wegens de actie, des nachts tuschen vrydag den 31. aug.[ustus] en saturdag den 1 sept[ember] aan de Bilt voorgevallen, gedaan wierd, dat er door de Geldersche van den Bilt een druiftros [kennelijk een projectiel dat uit meerdere delen bestond] uit een houwitser [geschut dat projectielen in een kromme baan afvuurt] onder eenige waardgelders [voor Salms troepen gehuurde soldaten] is gesprongen; dat er zes van hun zeer zwaar zyn gekwetst geworden waarvan er noch twee dezelve nacht aan hunne wonde overleden en hun lyken na Utrecht gebragt zyn en dat een hussaar een kogel door het dik van zyn been had bekomen en zyn paard daar door geraakt zynde onder hem was doodgevallen. Men zal wel doen [hier: nalaten] dit te melden, omdat de Utrechtse steeds hun verlies deguiseren [verdoezelen]’.
Meer over deze confrontatie kan men lezen door HIER te klikken
AD