Meer dan een halve eeuw geleden zei mijn opa toen ik een opvallend nieuwtje vertelde: Dat heb je zeker in de Biltse vaatdoek gelezen. Ik nam toen maar aan dat het ging om een spottende naam voor een plaatselijk krantje dat niet erg betrouwbaar was. Later heb ik de term nog wel eens gehoord. Het leek me dat er niet echt een krantje met die naam zou zijn, maar het kon misschien wel naar een bestaande krant verwijzen. Sloeg het misschien op de Biltsche Courant? Waren de Biltenaren echt zo dom?
Enige tijd geleden zag ik de uitdrukking ‘Biltse Vaatdoek’ opnieuw, nu in een artikel in De Koerier (1932), een krant die verscheen in het toenmalige Nederlands Indië. En zij weten het, want: zij lezen (neen, lezer, niet het spoorboekje, of het suffertje, of de Biltsche vaatdoek, maar) de Pionier. Met een sufferdje bedoelt men nog steeds een lokaal blad dat vooral over lokale kwesties schrijft die voor een groter publiek minder interessant zijn. Dat bevestigde voorlopig mijn vermoeden: het sloeg op een klein, lokaal krantje.
Bij het zoeken naar verdere uitleg laten woordenboeken ons in de steek. M.A. van den Broek gaf in zijn boek ‘Boeren, burgers en buitenlui spreekwoordelijk geportretteerd’ de volgende uitleg van de uitdrukking: (Utrecht, spot.) (in de vraag ‘je hebt zeker de Biltse vaatdoek gelezen?’) gezegd wanneer iemand een onwaarschijnlijk nieuwtje of een roddel meedeelt. Het in De Bilt verschijnende nieuwsblad had blijkbaar geen al te goede reputatie. Het krantje was dus ook nog onbetrouwbaar. Maar wat was het in De Bilt verschijnende nieuwsblad dat hij veronderstelde?
Ik ging op zoek naar meer voorbeelden en ik vond er diverse. Ze kwamen uit het hele land maar je komt ze in Biltse bronnen niet tegen. Blijkbaar vonden de Biltenaren zelf niet dat ze provinciaal en dom waren. Kranten en tijdschriften schreven zowel Biltse als Biltsche en zelfs Bildtsche. De uitdrukking werd altijd schertsend gebruikt, zoals bijvoorbeeld blijkt uit een vrolijk verhaal in Het Sportblad van 1910. Iemand probeerde daarin gratis bij een voetbalwedstrijd te worden toegelaten en schreef: Mijn invloed als officieel vertegenwoordiger van de Biltsche Vaatdoek bleek niet groot, tenminste ik moest betalen als de eerste de beste.
De Telegraaf publiceerde op oudejaarsdag 1919 een komische schets met de titel ‘De Bildtsche vaatdoek’, die ik onder deze bijdrage afdruk. Het verhaal, dat op Oost Java speelde, werd daarna overgenomen in het Indische blad De Locomotief.
Maar welke krant bedoelde men ermee? Uit het feit dat de naam al in 1910 gebruikt werd, blijkt dat het niet om de Biltsche Courant ging, want die werd pas vanaf 1919 in het dorp en de omliggende gemeentes verspreid.
Verder terugzoeken bracht me bij De Stem des Volks van 19 september 1903. Dat was een socialistisch blad dat zich zeer fel tegen de regering Kuyper keerde. In een vlammend artikel over de troonrede van dat jaar noemde J.A. Lente het voorlezen daarvan door de koningin een jaarlijkse comedievertoning. Hij schreef: Terecht komt dan ook een groot deel van de burgerlijke pers tegen dit onwaardig gedrag op; natuurlijk de beroemde Biltsche vaatdoek, anders genoemd het Utr. Provinciaal en Stedelijk Dagblad, welks redacteur pas met den hondenpenning is geteekend, niet; die schaart zich bij de christelijke dwijlen, zooals Standaard, Nederlander e.d. welke het vuil moeten vegen van de regeringsdeur om het voor buurmans deur, voor die der socialisten te keeren.
We hebben hier dus niet alleen een vaatdoek maar ook christelijke dweilen (overigens gespeld als dwijlen). Het Utrechts Provinciaal en Stedelijk Dagblad moeten we niet verwarren met het Utrechtsch Nieuwsblad, dat in 1893 was gelanceerd als Utrechtsch Volksblad. Het Utrechts Provinciaal en Stedelijk Dagblad was een nationalistische krant die zich achter de regering opstelde. Later was de hoofdredacteur de bekende radiospreker P.H. Ritter jr. Deze wat grotere, Utrechtse krant is dus de aanleiding voor de uitdrukking ‘de Biltse Vaatdoek’, en niet de plaatselijke Biltsche Courant. Het ging helemaal niet over De Bilt, maar intussen kreeg die gemeente wel de reputatie van dom en provinciaal te zijn.
DAB
Literatuur:
De Stem des Volks, weekblad voor de Arbeiderspartij 19-09-1903.
Het Sportblad, Officieel orgaan van den Nederlandschen Cricketbond 03-03-1910.
De Locomotief 12-02-1920.
De Koerier 18-04-1932.
Sport in beeld 10-01-1933.
M. de Coster, Woordenboek van populair taalgebruik, 2020.
M.A. van den Broek, Boeren, burgers en buitenlui spreekwoordelijk geportretteerd, 2013.