Afbeelding: Jonge moeder op weg naar de ‘vondelingenschuif’. Uit nood geboren zal ze haar kind afstaan.  Titel: Noodlijdenden – Louise De Hem (1902)

 

Eeuwenlang was de zorg voor de armen een lokale aangelegenheid, waarbij iedere kerkgemeenschap voor haar eigen lidmaten zorgde.  Dat was ook het geval in gemeente De Bilt. Bij de Grondwetswijzing van 1848 werd echter bepaald, dat de armenzorg bij wet geregeld moest worden.

Meer informatie

De zogenoemde Armenwet, die uiteindelijk in 1854 tot stand kwam, was in feite een handhaving van de bestaande situatie: de gemeentelijke overheden moesten de armenzorg overlaten aan de kerkelijke en particuliere instellingen en alleen in geval van absolute onvermijdelijkheid ingrijpen. Knelpunt was dat een ‘behoeftige’ slechts aanspraak kon maken op de bedeling in zijn geboorteplaats, tenzij hij of zij vier achtereenvolgende jaren in een andere gemeente had gewoond en daar belasting had betaald. Dat dit voorbehoud tot schrijnende situaties kon leiden, was te verwachten.

 

Gemeente Nijkerk lag dwars 

Zoals in het geval van de familie Lindeboom. Vader Barend, daggelder van beroep, overleed in december 1866 op 37-jarige leeftijd. Zijn weduwe Jannigje Barten bleef zonder verdiensten achter met zes kleine kinderen, waaronder een baby, en vroeg bijstand aan. De gemeente De Bilt zegde haar 2,5 gulden per week toe, maar haar geboortegemeente Nijkerk wilde slechts een gulden betalen.

 

Terug naar de Diaconie 

Waarschijnlijk werd de bedeling al snel overgenomen door de Vuursche diaconie, die in januari 1867 aan gemeente De Bilt verzocht om de vrouw, die door hen met 3 gulden per week werd bedeeld, nog iets extra te geven, omdat zij ziek was en de Vuursche diaconie kon niet meer betalen.

Waarschijnlijk is De Bilt hier niet op ingegaan, aangezien de weduwe pas vier jaar later, vanaf 1871, gedurende het gehele jaar werd bedeeld door de gemeente. Dramatisch was het jaar 1872 voor de familie want eind maart of begin april 1872 overleed ook Jannigje, dan 42 jaar oud. Drie van haar kinderen, 10, 8 en 6 jaar, werden jarenlang bedeeld met twee gulden per week. Dat werd later verlaagd tot één gulden. Pas in 1887, 21 jaar na het overlijden van vader Barend, de baby van toen is dan zelf 21, wordt de naam Lindeboom niet meer genoemd in de stukken.

VC

 

Bron: Ellen Drees: Armenzorg in De Bilt 1845-1912 – De Biltse Grift december 1993.

Spring naar toolbar