Voor de komst van de pil was het krijgen van kinderen slechts voor een minderheid van de bevolking een bewuste keuze. Daarna werden de gezinnen gemiddeld wat kleiner en konden de ouders meer aandacht aan ieder individueel kind besteden. De opvoeding werd minder autoritair, mede dankzij dokter Spock. Het onderwijs werd ook minder streng.
Na de oorlog werd op de meeste scholen tamelijk frontaal les gegeven. In de jaren vijftig was de juf of de meester een autoriteit. Je leerde schrijven met een kroontjespen.
Van alternatieve onderwijssystemen zoals Dalton, Jenaplan en de aanpak van de Werkplaats leerden de andere scholen om de leerling meer verantwoordelijkheid te geven. Zelfwerkzaamheid en samenwerken kregen een plaats. De overheid voerde nieuwe stelsels in zoals in 1968 de Mammoetwet en later de Basisvorming en de Tweede Fase. Oude schooltypen werden gereorganiseerd of verdwenen zoals de ambachtsschool en de MMS. Ook van de schoolmelk nam men afscheid.
Tot de oude jeugdcultuur behoorde het poëziealbum, uitgesproken als ‘poesiealbum’, sigarenbandjes sparen, Verkade-albums, dansles en stripbladen.
Jongeren uit grote gezinnen moesten de te klein geworden kleding van hun oudere broertjes en zusjes of zelfs neefjes en nichtjes ‘afdragen’. Dat had niet zozeer met armoede maar wel met spaarzaamheid te maken. Doordat de textielindustrie zich verplaatste naar de lagelonenlanden, werden de kleren relatief veel goedkoper. Toen jongeren in de jaren zestig zelf meer geld konden uitgeven, richtten de kledingfabrikanten een groot deel van hun marketing op jeugdig publiek. De stijl van kleding veranderde ingrijpend. Plusfours of ‘drollenvangers’ verdwenen en de houtje-touwtjesjas zie je niet meer. Andere dingen die verdwenen, waren de M-brigadiers en de Dinky Toys.
De jaren zestig brachten grote veranderingen in de jongerencultuur. Onafhankelijkheid en opstandigheid en politieke bewustwording kenmerkten het gedrag van de jeugd in de grote steden. Toch begon de tijd die we ‘de jaren zestig’ noemen, pas omstreeks 1968 of 1969 en liep hij door in de jaren zeventig. Hippies en provo’s vormden opvallende minderheden die het beeld van de tijd in hoge mate bepaalden.
Aan het einde van de jaren zeventig was de jeugdcultuur uit elkaar gevallen in verschillende stromingen zoals de punkers en de kraakbeweging en later de hiphopcultuur en de gabbers. Later veranderde de digitale revolutie de leefwereld van de jongeren in sterke mate.
In dit hoofdstuk behandelen we in verband met de dorpen van De Bilt onder meer kinderen op klompen, kinderspelletjes , de jeugdmuziek van vroeger, het jeugdkamp en ook de kraakbeweging.
DAB
U bevindt u op de Rondleiding over nostalgie. Voor het vervolg klik HIER.