Tussen 1639 en 1678 had Maartensdijk vier schouten: Uijteneng (1639- 1654), Keerweer (1654-1674), Arton (1674-1675) en Roos (1675-1678). Van twee van hen zijn dubieuze […]
Lees verderOp 30 maart 1639 bespraken de geërfden van Oostveen een ernstig probleem: het dorp zuchtte onder zware financiële lasten. [De pachtbetaling toegeschreven aan Quiringh Gerritsz. […]
Lees verderOp 13 september 1813 waarschuwde de burgemeester van Maartensdijk, ‘maire’ Maurits Jacob Eyck van Zuilichem, de ingezetenen van zijn gemeente dat zij hun persoonlijke belastingen […]
Lees verderIn de Bataafse of ook Franse tijd (1795-1813] werden de grondslagen gelegd voor moderne rechtspraak en bestuur. Te denken valt gekozen gemeentebesturen, invoering van […]
Lees verderIn 1832 werden in de provincie Utrecht opmetingen gedaan voor het kadaster. Dat was niet alleen nodig om ieders bezittingen vast te stellen, maar dit […]
Lees verderIn april 1562 kreeg de Maartensdijkse schout Willem Cornelis Obyn opdracht om te zorgen voor een in de zomer en in de winter begaanbare weg […]
Lees verder