Het lijkt nu ongehoord, maar nog geen eeuw geleden stichtten Meijer en Greeven op het landgoed Beerschoten in De Bilt een fabriek waar metaalwaren werden gemaakt. Foto: arbeiders in de metaalfabriek van Meijer en Greeven (Collectie D’Oude School).
Op 1 mei 1920 begonnen Meijer en Greeven uit Zeist hun Technische Metaalwaren Fabriek in het koetshuis op het landgoed Beerschoten ten oosten van Houdringe aan het verlengde van De Holle Bilt. De eigenaar van Beerschoten, J.W. Steengracht van Oostcapelle had niet alleen ingestemd met de vestiging van de fabriek, maar was er ook financieel bij betrokken.
De fabriek met haar boor-, frase-, polijst- en zaagmachines was gevestigd in het koetshuis en in ernaast gelegen loodsen. De productie bestond uit schroeven, moeren, bouten en metalen onderdelen voor automaten en radio’s. Er werkte vrij wat personeel. Bij de april-meistaking in 1943 tegen de maatregelen van de Duitse bezetters staakten er 125 werknemers. De beschuldiging na de oorlog van collaboratie met de Duitse bezetters werd niet bewezen.
In de jaren zeventig lukte het niet de concurrentie uit Duitsland te weerstaan. De fabriek werd gesloten in 1976. Een deel van de productie ging naar V.H.S. in Hilversum. Beerschoten was inmiddels in beheer bij het Utrechts Landschap, dat het koetshuis herstelde als bezoekerspaviljoen en de bijgebouwen afbrak.
PvH
Literatuur:
C. L. van Groningen, De Utrechtse Heuvelrug, De Stichtse Lustwarande, Dorpen en Landelijk Gebied., Groningen 2000 p. 297-298.
https://www.dbnl.org/tekst/gron052utre02_01/gron052utre02_01_0010.php
Frans Nas, Het “bedrijvig verleden”van de Bilt en Bilthoven, De Biltse Grift oktober 1995.