In 1923 zocht een commissie van ingezetenen uit de gemeente de Bilt onder leiding van Dr. G.W. van Heukelom de pers om haar ongenoegen en bezorgdheid kenbaar te maken over de veranderde kijk op de ontwikkeling van Bilthoven. Foto: de heer Van Heukelom (Het Utrechts Archief)

 

Meer informatie

In verschillende landelijke dagbladen verscheen een ingezonden stuk van een commissie van ingezetenen uit Bilthoven onder voorzitterschap van Dr. G.W. van Heukelom. Deze prominente architect was bekend van onder andere de Woudkapel, het hoofdgebouw van de Nederlandse Spoorwegen en zijn eigen woning Woudzang aan de Schubertlaan 4 te Bilthoven. Naast hem waren Ir A van der Steur, W. van den Heuvel, O. Schulz en Ir. H.F. Mertens leden van deze commissie.

Ir van der Steur, ook architect, vervulde de rol van secretaris. Hij woonde in die tijd in een zelfontworpen huis, Tadon, aan de Bilderdijklaan 15. Wim van den Heuvel was een portretschilder en een prominent lid van de kunstkring. Hij woonde aan de Soestdijkseweg. Otto Schulz was een bekende tuinarchitect en mede initiatiefnemer en ontwerper van het Oosterpark, nu de componistenbuurt in Bilthoven Noord. Het laatste lid van de commissie was de architect H.F. Mertens, die aan de Rubenslaan 9 woonde en in Bilthoven een architectenbureau had. Hij ontwierp onder andere de Montessorischool aan het Rembrandtplein, de watertoren en de verdwenen Melchiorbank aan de Vinkenlaan.

Het waren prominente dorpsgenoten die opstonden tegen wat zij de verloedering van Bilthoven noemden. Zij verzette zich tegen de trend om kleine huizen op kleine kavels te bouwen. Zij beschreven het resultaat als lelijke huizen, lelijk in hun wezen, in hun onderlinge ligging, door hun kleur vaak een dissonant in de omgeving en alom berucht om hun slechte structuur. Deze manier van bouwen kwam in het plan Drakenstein steeds meer in zwang.

De commissie had voor Bilthoven een ander beeld voor ogen namelijk een situatie zoals in Bosch en Duin. Ik citeer uit de krant hun noodkreet: “Kortom we hebben moeten aanzien hoe Bilthoven de prooi werd van de grond- en huizenspeculanten die slechts oog hebben voor direct geldelijk voordeel en die al het ideële daaraan ten offer brengen.” Zij riepen de autoriteiten dan ook op, zij eisten zelfs, dat er “van het hun gegeven gezag op de beste manier gebruik gemaakt wordt.

Na deze hartenkreet werd zover bekend alleen nog door de heer W. Wolthers in de gemeenteraad van de Bilt van 20 juni 1923 de vraag gesteld “Wat vindt B&W van de openbaar geuite beschuldigingen ten aanzien van het bouwen in de gemeente”. Een duidelijk antwoord op deze vraag bleef achterwege. Daarna lijkt het stil te worden rond de commissie. Wel weten we dat Van den Heuvel kort daarna is overleden, dat Schulz naar Zeist vertrok en van der Steur naar Rotterdam.

Hieronder: het (grote) huis van Van Heukelom aan de Schubertlaan 4. (Foto L. Haan-Beerends, Beelbank Historische kring De Bilt)

EvdV

Bronnen:

Delpher, Rotterdamse Courant 18 mei 1923

Delpher, Utrechtsche Courant 21 juni 1923.