Afbeelding: damesgezelschap gezellig aan de Zwitserse kaasfondue en drinken er een glaasje wijn bij. Jaren ’60. (Beeld: Historische Vereniging Maartensdijk)
Dat Indisch eten bij Bilthoven hoort, dat zagen we al aan het begin van de 20e eeuw, toen zich langs de Soestdijkse Straatweg, later hoek Emmaplein, de kruidenier Marius Verkade vestigde, die zich specialiseerde in de verkoop van koloniale waren. Bilthoven werd tijdens het Interbellum een magneet voor repatrianten uit de Oost die recepten meebrachten voor nasi goreng en daarvoor ingrediënten nodig hadden als ketoembar, djinten, laos, sereh en trassi. In 1932 werd in buurgemeente Baarn de Conserven Import Export Maatschappij (Conimex), opgericht. Elders in Nederland deed naast het Franse keuken, het Italiaanse restaurant voorzichtig zijn intrede. De gegoede klasse wenste zich daarmee te onderscheiden van het gewone volk. Na de oorlog was het vooral het Chinees-Indische restaurant dat in heel Nederland en ook in de Biltse kernen verscheen.
Al in de jaren dertig nam ondanks de crisis de levensstandaard van de Nederlandse bevolking toe en het dieet begon steeds minder te leunen op koolhydraatrijke voeding, zoals brood en aardappelen. De mogelijkheid van ingeblikt voedsel was een uitkomst omdat groenten en fruit daarmee minder seizoensafhankelijk waren geworden. Met de Hongerwinter groeide het einde van de Tweede Wereldoorlog uit tot de ramp waar jarenlange voedseltekorten aan ten grondslag lagen. Na de oorlog was er nog lang schaarste, bijvoorbeeld op suiker en koffie, en de overheid werkte met voedselbonnen. De zogeheten ‘geleide loonpolitiek’ (1945-1963) hield een snelle groei en welvaartsstijging binnen de perken.
Een combinatie van overheidsambitie, technologische ontwikkelingen en schaalvergroting lieten het voedsellandschap snel veranderen. De eerste supermarkten ontstonden. In Bilthoven vestigde zich een Albert Heijn en vlak daarnaast de concurrent De Gruijter, bijna letterlijk op de puinhopen na het Engelse bombardement uit 1944. In toenemende mate nam de markt de na-oorlogse consument mee in het maken van keuzes op het gebied van gezondheid, gemak en exotisme.
Mondiale ontwikkelingen
‘Nooit meer oorlog, nooit meer honger’ was in 1947 het motto van de voormalig verzetsstrijder en minister voor Voedselvoorziening Sicco Mansholt (Partij van de Arbeid, 1908-1995). Ervoor zorgen dat Nederland te eten had, dat was zijn opdracht. Hij werd daarin ten volle ondersteund door de coöperatieve Boerenleenbank, de onderzoeksinspanningen van de Landbouwhogeschool in Wageningen en, niet te vergeten de reclameboodschappen van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding (de beroemde Schijf van Vijf startte in 1953) die met de komst van het televisietoestel (vanaf 1949) in de woonkamers te bekijken waren.
Efficiency
Mansholts streven was van meet af aan een efficiënte en productieve landbouw, die hij later als eerste Nederlandse Eurocommissaris voor Landbouw, energiek zou uitrollen over de gehele toenmalige Europese Economische Gemeenschap. Dat resulteerde in innovatie en mechanisatie, schaalvergroting, de groei van voedselexport, Europees gestuurde subsidielandbouw en melk- en boteroverschotten. Maar tevens een kaalgeslagen landschap, ruilverkavelingen, bodemvervuiling, mestoverschot, besmettelijke dierziektes, ontregeld waterbeheer en: ontevreden boeren.Want vanaf het moment dat de Rijksoverheid in nauwe samenwerking met de semi-overheden van de agrarische product- en bedrijfsschappen (1954) zowel de voedselproductie als de vermarkting ter hand nam, was de boer het stuur van zijn eigen bedrijf kwijt, ook in de kernen van De Bilt.
De mondiale voedselindustrie, de verpakkingsindustrie, de transportsector en het internationale supermarktwezen (de zogeheten tussenhandel tussen boer en consument), hebben er verder voor gezorgd dat ‘de honger’ in De Bilt zeker wel is gestild en zelfs voortvarend is vervangen door het tegendeel. Want ‘gezond voedsel’ heet duur te zijn maar snacks en take aways zijn 24/7 zijn verkrijgbaar op vrijwel iedere straathoek in alle zes de kernen. De verwachting voor 2050 is een bevolking met daarin 60 procent Obesitaspatiënten. Dat is een eeuw na het begin van de Wederopbouw en de ‘Nooit meer honger’- gedachte.
VC
Bronnen:
Voedselgeschiedenis.nl – De voedselgeschiedenis van Nederland –
sub: Oude en nieuwe voedseltrends 1945-1980
sub: Buitenlands eten in Nederland
Nooit meer oorlog, nooit meer honger. Wil de Europeaan die dat nog gelooft nu opstaan? – Tomas Vanheste – De Correspondent – 3 september 2014
Post1945 Global Food Developments – Peter Scholliers – uit: Freedman, 30 mei 2014.
Meer lezen: De Graanrepubliek – Frank Westerman – Atlas 1999.