Op 14 maart 1798 kwam het gemeentebestuur van De Bilt bij elkaar. Naast schout en schepenen was ook de kerkmeester Jan van Maurik aanwezig, die speciaal was uitgenodigd. Alle zaken die bevoorrechting op grond van stand aangaven moesten immers uit de kerk verwijderd worden. (Vrijheidsbeeld op de Utrechtse Neude, Utrechts Archief, catalogusnummer 32458)
Op 22 januari 1795 was in Den Haag een staatsgreep gepleegd door radicale democraten, die vonden dat de toepassing van de denkbeelden van de Franse Revolutie te lang op zich liet wachten.
De laatste restanten van het ‘ancien régime’ moesten worden verwijderd, ook uit de kerken. De Biltse gerechtsvergadering van 14 maart 1798 was het gevolg van een brief van het ‘Administratief Bestuur van het voormailig gewest Utrecht’ van een week eerder. Binnen veertien dagen, zo viel daarin te lezen, dus vóór 22 maart 1798, moesten uit alle kerken in het voormalige gewest worden verwijderd:
‘de ambachtsheer of heerenbanken gelijk ook die voor de leden van het gerecht of gemeente bestuuren en verder alle die banken die eenige onderscheiding van rang of staat aanduiden, mitsgaders de wapenborden en de wapens van ambachtsheeren of vrouwen, hetzij die op kussens of op bijbels en andere kerkboeken geprent of gesteld zijn’
Het Biltse gemeentebestuur gaf daarop opdracht
‘dat de banken welke tot hiertoe eenige rang of staat hebben aangeduit, van nu voortaan niet meer zullen worden gerespecteerd, maar dezelve banken te verklaaren voor banken aan een ieder in het gemeen toebehorende en de zelve van nu voortaan door een ieder des verkiesende zullen mogen worden gebruikt en bezeeten; wordende hier niet onder begreepen de banken in particulieren eigendom behoorende’.
Voor meer informatie over de revolutie van 1798 en De Bilt klik men HIER.
AD
Bron: Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen,toegang 0995 Archief van het Gerecht Oostbroek en De Bilt c.s., 1655-1810 (1811) , nr. 2 (resolutieboek 1797-1799)