Afgebeeld is een prent van Adri Pieck over werk aan de weg Hilversum-Utrecht. (Collectie Rijksarchief Noord-Holland.) In mei 1825 kregen jonkheer Jan de Rovere van Breughel en F.C. Muysken van koning Willem I het recht een tolweg aan te leggen van Den Dolder naar Maartensdijk en Utrecht, met eene zijtak over den zoogenaamden Tolakkersteeg tot de limietscheiding van Noord-Holland en Utrecht.
De zijtak zou de oorspronkelijke hoofdweg in belang gaan overvleugelen. De nieuwe wegen van De Rovere van Breugel en Muysken waren tolwegen met tolposten bij onder meer Maartensdijk. Het werk van stratenmakers en wegenbouwers was zwaar. Zij moesten met de middelen van die tijd 8 kilometer teren en van grint voorzien en 3,5 kilometer bestraten. Daarvoor voerde men in de jaren 1834-1835 11.500 kubieke meter puin aan en 711.200 stenen. Hieronder ziet men een artikel in deUtrechtsche Courant van 4 mei 1835.
AD
Bron: Anne Doedens, Oud Maartensdijk belicht. Een kleine plaats en een groot werk, in: Stichtse Post, 4 februari 1986.