Op de Nieuwe kaart van den lande van Utrecht van Bernard du Roy (waarvan een eerste exemplaar verscheen in 1676) ziet men bij Achttienhoven, aan de huidige Welfferweg, staan: ‘Collel Weede’ en ‘den Blauwen Hoef’. Dat duidt erop dat het hier om twee aparte gebouwen. gaat. Op een eerdere kaart van Visscher uit 1652 staat alleen nog maar ‘De Blauwen Hoef’. Wat was Collel Weede? Welke familie was er gevestigd ? Antwoorden op die vragen leiden naar betrokkenheid de slavernij in Suriname.  (Kaart uit het Utrechts Archief.)

 

Meer informatie: de familie Van Weede

Uit een notarieel stuk in het Utrechts Archief uit 1677 weten we, dat de schoonvader van Jacobgen Dircxs, Jan Cornelisse Gijsberts, aan kolonel of colonel Hendrick van Weede (1631-1700) een boerderij en land overdraagt. Daarmee lijkt het raadsel van de naam opgelost: het gaat om het huis van een zekere  ‘coll[on]el Van Weede. Het lijkt erop, dat deze kolonel de eerste bewoner van dit Collel Weerde in Achttienhoven was, het buiten op de kaart ter hoogte van de Dokter Welfferweg 80 (De Blauwhoef). In een andere notariële akte in het Utrechts Archief vonden we dat Jan of Johan van Weede, de zoon van Hendrick, in 1685 veertig hectaren in Westbroek bezat. Kolonel Hendrick was een zoon van Johan van Weede (1584-1658) en de broer van Everard van Weede (1626-1702).  Deze Everard bezat volgens een notariële akte van 13 januari 1703 ‘huysinge en hoffstede, met aghtien mergen wey-, hoy- en bouwland [aan de]  Aghterweteringh.’  Dat was een andere hofstede dan die van zijn broer.

Een andere zoon van Hendrick, Hendrick Mauritsz. van Weede kreeg volgens een akte van 12 november 1695 de opbrengst (de tienden)  van land in Achttienhoven. Hendrick Maurits had een zoon die naar zijn oom werd vernoemd, Everard. Deze tweede Everard  werd in 1711 in Maartensdijk geboren, denkelijk in de hofstee aan de Achterwetering.

De Van Weede’s, de WIC en Suriname

In een notarieel stuk uit 1684 lezen we, dat de hiervoor genoemde eerste Everard vanwege het overlijden van zijn vrouw haar aandelen in de WIC op zijn naam laat zetten, om zo de dividenden te kunnen incasseren. De relatie tussen de familie Van Weede en de Suriname bleef ook in de achttiende en negentiende eeuw bestaan, evenals de band van de Van Weedes met Westbroek, Achttienhoven  en Maartensdijk. Hendrik Maurits (Westbroek 1737-1796) was ook een vooraanstaande regent, raad van Amsterdam (1785-1787) en bewindhebber van de W.I.C. (1775). Zijn vader – de hiervoor genoemde tweede Everard – was afkomstig uit de Maartensdijkse Achterwetering.

Over Hendrik Maurits  is veel bekend. Hij was een belangrijke regent lid van de vroedschap van Amsterdam. Kennelijk patriots gezind,  want stadhouder Willem V zette hem in 1787 uit zijn ambt. Daarvoor was hij in Utrecht vroegschapslid geweest (in 1766) en schepen (1768).  Hendrik Maurits was getrouwd met Cornelia Straalman, de dochter van de steenrijke koopman  Willem Straalman, heer van Ruwiel.

In de negentiende eeuw was een derde Hendrik Maurits van Weede mede-eigenaar van de plantage Maasstroom. Deze Hendrik Maurits was kamerheer in buitengewone dienst van koning Willem III. Hij moest in 1863 de 86 slaven van deze koffieplantage aan de Commewijne  vrij laten. ‘Collel Weede’ lijkt toen al lang van de kaart verdwenen te zijn.

AD

Als u meer wilt weten, lees dan het boek De Bilt en zijn slavernijverleden van Dick Berents en Anne Doedens. U kunt het voor € 13,50 kopen in de boekhandel of bestellen HIER.