Westbroek in 1609. Zo zagen de kerk en zijn omgeving er voor 1723 uit, volgens de prent van L.P. Serrrurier. Het is een kopie uit 1723 van een anonieme prent uit het begin van de zeventiende eeuw. (Atlas Coenen van ’s Gravesloot; Utrechts Archief). De torenspits zou na een brand door een andere vervangen worden.
In Maartensdijk en Westbroek bleef het katholicisme tot aan het eind van de zestiende eeuw de heersende godsdienst. Nieuwe predikanten waren zoals zo vaak voormalige katholieke geestelijken. Hun gedrag was lang niet altijd onbesproken. De katholieke historicus Rogier meldde: ‘Een groot dronkaard’ heet de paap Hendrik Hendriksen, die zich te Westbroek ophoudt. Toch lijkt deze Westbroekse predikant al redelijk ‘gereformeerd‘, want in zijn nevenfunctie als schoolmeester gebruikte hij de kleine catechismus van Maarten Micron, getiteld: Corte Ondersouckinge des ghelooves over den ghenen die haer tot de gemeynte begheven ende des Heeren avondtmael met haer willen houden.
In de jaren dertig van de zeventiende eeuw zou de classis van Amersfoort zich meermalen buigen over het schandaal rond Thomas Huyges, predikant van Westbroek in de periode 1632-1639. Op 9 juli 1635 werd in de classisvergadering bericht over: verscheijden schandelijcke acten die haren [=Westbroeks] predikant d[ominee]. Hughes soude mogen gepleegt hebben. Hij zou een aantal amoureuze nachten hebben doorgebracht met zijn voormalige dienstmeid Jannichjen Jans op de zolder van de herberg van haar schoonzuster. Aan diezelfde schoonzuster en waardin had hij daarnaast in een dronken bui oneerbare voorstellen gedaan. Van de schoolmeester, tevens koster, had hij twee boeken geleend en ze zonder toestemming doorverkocht. Hij had de secretaris van de kerkenraad uitgescholden. Voor de armen had hij laken gekocht zonder de rekening te voldoen. Bovendien had hij zonder toestemming van de kerkenraad nieuwe kerkenraadsleden gekozen.
De classis nam de zaak Huyges in onderzoek. In augustus werd vastgesteld, dat hij schuldig was. Men legde Huyges straf op: hij werd gedwongen tot een publieke schuldbekentenis en kreeg een aanmaning tot beter christelijk leven. Vier jaar later was het weer mis met Huyges. Deze keer zou hij hebben geprobeerd, de Westbroekse Neeltgen Theunis te verkrachten nadat hij haar man eropuit had gestuurd om tabak te gaan halen. Die kwam echter nog op tijd terug om de schanddaad te voorkomen. In juni 1639 kwam deze zaak bij de classis op tafel. Daar werden toen ook andere beschuldigingen gehoord: dat Huyges met een bevriend ambtsgenoot was gesignaleerd in een bordeel te Rotterdam.
Net als de eerste keer ondertekenden tientallen Westbroekers een verklaring ten gunste van de predikant, overigens zonder dat iedereen wist wat hij of zij tekende. Het mocht niet baten. De classis ging af op de door de kerkenraad aangedragen feiten. Het resultaat was de volgende uitspraak: dat Huges in de kercke van Westbroeck van nu voortaan niet met vrught en stichtinge sal kunnen dienen. Edoch sal selfs na verplaetsinge moeten uijtsien en daertoe arbeijden. Gedeputeerde Staten van Utrecht gelastten hem op 6 november 1639 om binnen veertig dagen de pastoriewoning te verlaten.
Men kan de vraag stellen of het vonnis goed gefundeerd was. Dat is moeilijk te zeggen, maar de onderzoekster van deze zaak, drs. Y.E. Kortlever, meent dat er een kleine groep was te Westbroek die Huyges in diskrediet wilde brengen. Aan Huyges’ losse zeden en levenswandel twijfelt ze echter volstrekt niet.
AD
U bevindt u op de Rondleiding Kerkgebouwen. Voor het vervolg klik HIER.
Literatuur:
Kortlever, Y.E. De procedure tegen dominee Thomas Huyges te Westbroek voor de classis van Amersfoort, 1635-1642. In: Oud-Utrecht, jg. 71 (1998), nr. 1, p. 10-15