De komst van de Fransen in 1795 ging ook aan Westbroekse boeren niet ongemerkt voorbij. Drie Westbroekse boeren kregen op 26 januari 1795  bevel van ‘zeeker fransch commissaris’ om vijftig koeien naar Amsterdam te transporteren.  [Winterlandschap met koeien en schaatsers, Johannes Janson, 1783. Rijksmuseum Amsterdam.]

 

Meer informatie

 

Het ging om de Westbroekse boeren Dirk Verkerk, Johan Valentijn Bouwman en Eldert Janse Scherzenberg die op 14 februari 1795 hun verklaring over de zaak met een kruisje tekenden. Die werd kennelijk ingediend met het oog op schadevergoeding en overhandigd aan schout P.S. Roëll en de vijf schepenen  van Westbroek. Schout Roëll en de schepenen G.D. Groot, H.F. de Jong, G. D. van Schaik, R.J. Bakker en A. van Sypveld waren op dat moment nog ‘onder het oude bestel ‘ in functie . De nieuwe schout Jasper van den Helm werd pas op 6 maart 1795 door gecommitteerden van de bijeengekomen Westbroekse burgers benoemd.

De drie veeboeren verklaarden  dat ze hun beesten door sneeuw en ijs over gladde wegen naar Maarssen hadden moeten drijven. Daar aangekomen moesten ze vier koeien achter laten. Die waren in handen gekomen van drijvers  van koeien die het gerecht Maarssen had gerekwireerd. De Maarssense drijvers hadden de dieren niet teruggegeven aan de Westbroekers. Een vijfde koe moest eenmaal aangekomen in Purmerend – het Franse leger bivakkeerde daar kennelijk – vandaar naar Amsterdam worden gebracht. Uiteindelijk leverden Verkerk, Bouwman en Scherzenberg in Purmerend maar 45 koeien af. De in het stuk niet gesteld vraag moet zijn geweest: ‘wie gaat dat betalen?’

 

AD

 

In de hierboven afgebeelde brief verhalen de drie Westbroekse boeren wat ze hadden moeten doorstaan om hun beesten naar de gevraagde bestemming te brengen.

 

Bron en literatuur: Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, toegang 1047 (brieven en aanschrijvingen, ingekomen bij het gerecht, met minuten van uitgaande stukken) nr. 9, 2 mei 1795). Over het bestuur van Westbroek in 1795: Wim van Schaik, In de maat en uit de pas. Utrechtse dorpsbesturen 1780 – 1830 [diss. Univ. Utrecht 2018]