Op 9 november 1575 stuurde Willem van Oranje vanuit Rotterdam een brief naar de bestuurders van Grave. Hij gaf hen opdracht om de Biltenaar Alphert Ruysch vrij te laten. [Portret van Willem van Oranje als jongen te paard, Cornelis Anthonisz., 1545. [Rijksmuseum Amsterdam.]
We lezen in de brief dat Alphert gevangen was genomen door soldaten van een zekere kapitein Pentlant en uit zijn woning bij De Bilt was weggevoerd naar Gorinchem gebracht en daar opgesloten. Prins Willem meldde dat Ruys zich nooit vijandelijk tegenover hem had opgesteld en hem welgezind was geweest. Alphert zou bovendien niet in staat zijn losgeld op te brengen. Zijn schoonouders hadden moeten bloeden voor de door hen gesteunde ‘gemene zaak’, lees steun aan de Opstand en prins Willem. Voor hen had Alphert borgtocht moeten betalen, kennelijk aan de Spaansgezinden. Alphert was daardoor aan de bedelstaf geraakt. Daarom verzocht de prins de Biltenaar vrij te laten, zonder geld van hem te vragen en zonder rantsoen.
Wie was deze Alphert? Hij lijkt van adellijken huize te zijn geweest, en afkomstig uit het bekende Utrechtse geslacht Ruysch, dat in de middeleeuwen door huwelijken verbonden was met aanzienlijke geslachten als Van Pallaes en Proeys.
Alphert was, waarschijnlijk in het najaar van 1574, getrouwd met Dirckgen Niclaesdochter. In het Utrechts Archief bevindt zich immers een akte met huwelijkse voorwaarden voor deze Dirkje en Alphaert Jansz. Ruysch tot Crosesteyn van 8 september 1574. Het lot van de pas getrouwde Alphert heeft Willem van Oranje wellicht geraakt, omdat hij zelf ook kort daarvoor, op 12 juni 1575, getrouwd was met Charlotte de Bourbon. Het waren toen roerige tijden in het Sticht: pas drie maanden voordat Willem de brief schreef was Oudewater geplunderd en de helft van de bevolking van de stad door de Spanjaarden uitgemoord.
Alphert overleefde zijn avontuur royaal, want we komen in 1606 in het Utrechts Archief zijn testament tegen. Voor de originele brief en de transriptie ervan klik men aan: de brief van Willem van Oranje van 9 november 1575.
AD
Bronnen:
Voor de brief: Archief Noordoost Brabant te Grave, inv. nr. 2118. De brief is te raadplegen via de site van het Huygens Instituut, Briefwisseling van Willem van Oranje, nr. 11837.
Voor de akte met huwelijkse voorwaarden en het testament: Utrechts Archief, inventaris 708: archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorend aan de stad (‘Bewaarde archieven I’) , nrs. 674-676.