Op deze recente foto staat een negentiende-eeuws tolhuis, daar waar de Maartensdijkse weg overgaat in de Embranchementsweg en de Vuurscheweg kruist. (Foto: Anne Doedens.)
Tot diep in de twintigste eeuw waren tolwegen in Nederland gebruikelijk. Door tolheffing op het gebruik van de weg werd geld voor onderhoud en rente en aflossing van de schuld voor de aanleg geïnd, naast winst voor de eigenaar van de weg. Op 1 april 1953 werden alle gemeentelijke tollen afgeschaft. Die van Maartensdijk was de laatste.
‘De ‘tol van Kuus’ bestaat mogelijk al sinds 1835. We lezen in de ‘Journal de La Haye’ van 5 mei 1835 over de opening van de nieuwe weg van Utrecht naar Maartensdijk, waar men ‘a construit un embranchement [aftakking] traversant le village de St.-Marftensdyk, jusqué au Dolder, et correspondant avec la chaussée vers Soesdyk’. Zie ook de post over het Maartensdijkse tolhuis.
Zeker is, dat er al in 1868 tol werd geheven. In Kuypers Gemeente Atlas van dat jaar staat hij aangeduid (zie de afbeelding hieronder.) In de Dolderse Kroniek van januari 2001 schreef Harm Sok:
‘De tol aan de weg van Den Dolder naar Maartensdijk„ de Embranchements-straatweg [wordt nu Embranchementsweg genoemd) stond aan dc kruising bij de Vuursche Steeg, op het grondgebied van De Bilt. Als tolgaarder woonde daar de famílie Kuus. In de volksmond werd het dan ook “de tol van Kuus” genoemd. Het was een dubbele tol. Een hek stond over de Embranchementsstraatweg en de ander over de Vuursche Steeg. De pacht die de familie Kuus moest betalen, werd in 1887 verhoogd naar f 300,00 per jaar. Van de tolopbrengst zijn geen gegevens bekend. Voor een bespannen wagen met één paard betaalde men 7 1/2 cent en voor ieder paard meer en voor een aangespannen ezel of muilezel 5 cent. Wandelaars en fietsers hoefden niets te betalen. Als bijverdienste had de familie Kuus een stalletje geplaatst aan de Embranchementsstraatweg tegenover het tolhuisje.’
Jonkheer P.J. Bosch van Drakestein en Burman N.L. Eijck van Zuylichem waren toen eigenaren van de weg. Zij vroegen daarna nog een keer verdere verhoging van de pachtsom ‘omdat de weg anders zou vervallen en onbruikbaar worden‘. Die verhoging kwam er niet, en het onderhoud bleef gebrekkig. In 1913 stelde de gemeente Zeist voor, de weg over te laten nemen door de gemeenten De Bilt en Zeist. In 1915 werd besloten dat het rijk en de provincie voor het onderhoud zouden betalen, samen met de gemeenten Soest en Baarn die elk 100 gulden bijdroegen. De Bilt en Zeist zouden het onderhoud uitvoeren.
De tol was – anders dan de andere twee tollen op het grondgebied van de ‘oude’ gemeente De Bilt – volgens ooggetuigen nog in 1936 in bedrijf. Naar verluidt, zouden de Duitsers de tol in 1943 hebben opgeheven.
U bevindt u op de rondleiding langs de Biltse tollen. Voor het vervolg van de rondleiding klik HIER
AD
Literatuur:
Een bijdrage van L. Koops in de Biltse Grift van december 2003, p. 76 en een notitie van Ard Barendsen in de Biltse Grift van juni 2004, p. 58. Voorts: een artikel van Henk van de Bunt in De Vierklank van 20 mei 2020 (nr. 21): “Oorlogsjaren Lage Vuursche”.
Deel van een kaart van de gemeente De Bilt in Kuypers Gemeente Atlas van 1868. De bovenste tol is de ’tol van Kuus’.