U bevindt u op de Rondleiding Reisbeschrijvingen en Reisgidsen. Om terug te gaan naar het begin klik HIER.
In de volgende eeuw verandert het karakter van de reisbeschrijvingen. Voor een goede opleiding en opvoeding ondernamen welgestelde jongemannen de Grand Tour, waarbij ze altijd Frankrijk aandeden en meestal ook Italië. Dit verschijnsel was al in de zeventiende eeuw bekend; het is afgeleid van de gewoonte van jonge vorstelijke personen om een grote reis te ondernemen en van de reizen die kunstenaars al in de renaissance ondernamen. Langzaam kwam deze manier van reizen binnen het bereik van de adel en later van de Engelse gentry en de rijke burgerij. Ook uit andere Europese landen zien we wel rijke jongeren rondreizen, bijna altijd vergezeld van een begeleider. Voor de begeleiders, vaak geleerde of gestudeerde lieden, was het een manier om goedkoop iets van de wereld te zien.
Schrijvers als De Blainville (1705), Breval (1720), Björnstähl (1775) en Schaeffer (1788) begeleidden jongeren op hun reis door onder meer Utrecht en schreven er zelf een boek over. De Bilt kreeg weinig aandacht, want de reizigers gingen vaak snel door het dorp op weg naar Zeist, waar ze de Hernhutters bezochten, die zich in 1745 op slot Zeist gevestigd hadden. Een voorbeeld van de Grand Tour die wel in De Bilt stopte, zien we in het werk van Bengt Ferrner uit 1759.
Een ander genre is dat van de stads- en dorpsbeschrijvingen, waarin alle dorpen en steden van het land behandeld werden. In het begin van der achttiende eeuw stond het maatschappelijk leven nog heel sterk in het teken van de kerk. De boeken uit die tijd beschreven dan ook van ieder dorp van het huidige De Bilt vooral de kerk, gevolgd door een lange lijst van predikanten die daar beroepen waren. Dergelijke lijsten hingen gewoonlijk ook in de kerken.
Later in de eeuw was de invloed van de Verlichting en de beginnende secularisatie merkbaar en was er ook aandacht voor meer wereldse elementen. Behalve het kerkgebouw beschreef men wel landhuizen en monumenten en de verdwenen kloosters. Gebeurtenissen uit het verleden vond men ook interessant, zodat de dorpsbeschrijving veel op geschiedschrijving ging lijken. Men koesterde daarbij het verlichte ideaal om kennis te verspreiden onder alle lagen van de bevolking.
Het valt op dat al in 1773 een zakatlas voor wandelaars verscheen, de Nieuwe geographische Nederlandsche Reise- en Zak-Atlas.
DAB
U bevindt u op de Rondleiding Reisbeschrijvingen en Reisgidsen. Voor het vervolg klik HIER.