Op 29 juni 1795 stelde de uit ballingschap teruggekeerde bewoner van Eyckenstein, Adriaan Hendrik Eyck, aan het bestuur van het gewest Utrecht een stuk ter hand, waarin hij duidelijk maakte wat hij verloren had aan roerende goederen door zijn vlucht naar Frankrijk in 1787-1788. (Een afbeelding van Eyck uit de collectie van het Utrechts Archief, beeldbank nr. 38909.)

 

Meer informatie

Over Eyck leest men meer in het E-book over hem op deze site of in de post over zijn ballingschap. In 1795 konden teruggekeerde patriotten een schadeclaim indienen bij het gewest Utrecht om gecompenseerd te worden voor verliezen die zij hadden geleden tijdens de jaren 1787-1795. In deze periode waren velen gevlucht uit de provincie en hadden zij hun goederen verloren door plundering of diefstal tijdens hun afwezigheid. Ook Eyck behoorde tot de slachtoffers. In de claim meldde hij ‘die schaadens […] die van hem te dier tijd [geleden waren], de bij hem achter gelaaten properheden [snuisterijen], goed, zilver, juwelen, […]  [het was allemaal] geplunderd, geroofd, gestoolen en vervoerd [afgevoerd]. De schade schatte Eyck op 9.000 gulden, een ruime 67.000 euro aan koopkracht nu. Als u de complete claim wilt lezen klik dan op  de schade van Eyck in 1787.

Als udeze LINK aanklikt, vindt men een volgende post over de gevolgen van de patriotse strijd en revolutie voor de kernen van de Bilt.

AD

Bron: Verzameling van alle de memorien van geleeden schaden,  deel 4 (Utrecht 1795).