Het echtpaar Blok had in de jaren zestig een kruidenierswinkel aan de Dorpsstraat in de Bilt vlak bij hotel Pol. Zij werden benaderd door een kennis, die voor een Duitse bekende wilde weten of het echtpaar 1500 kilo roomboter wilde leveren. Dat wilde de familie Blok wel en er werd een koopovereenkomst gesloten voor een bedrag van 5.000 gulden. De Duitser betaalde bij de overdracht met een cheque die niet gedekt bleek. Op de foto: Hotel Poll na de brand van 1958. (Het Utrechts Archief) Links van het hotel is nog net de winkel te zien.
Het nog jonge echtpaar Blok kwam in 1956 vanuit Zuid Holland, zij vanuit ter Aar en hij vanuit Alphen, naar de Bilt om een kruidenierswinkel te beginnen. Eind 1960 kregen ze bezoek van een vage zakelijke kennis, een chauffeur die twee jaar tevoren reed voor een grossiersbedrijf dat ook hen bevoorraadde. Het was een zekere B. uit Barneveld. Hij vroeg of het echtpaar in staat zou zijn elke week zo’n paar ton roomboter te leveren. Dat was mogelijk na overleg met hun grossier. Over wat de kennis met de boter ging doen bleef B vaag.
In de periode voordat de vrije Europese markt zonder grenscontroles een feit was, konden de prijzen in de Europese landen nogal uiteenlopen. Zo was de prijs voor een pakje roomboter in 1960 in Nederland lager dan in Duitsland. Dit kwam door de invoerheffing die de Duitsers op boter legden. Als men door smokkel deze heffing omzeilde, kon een leuke winst op een pakje boter worden gemaakt. Dit was aanleiding voor een levendige smokkelhandel in de grensstreek waarmee de familie Blok in de Bilt te maken kreeg.
En zo kwam een paar dagen later B. in het gezelschap van een Duitser, een zekere Theo, de eerste 1500 kilo roomboter ophalen. De roomboter werd ingeladen en de Duitser betaalde met een cheque. Bij een kort gesprekje met de bank bleek de volgende dag dat de rekening, de naam en de bank wel klopten, maar dat Theo geen enkel recht had op de rekening en het tegoed. Bellen met B. had geen effect want die bleek niet thuis.
De familie Blok nam toen het besluit om zelf achter het geld aan te gaan. Met hulp van de buurman, de heer J. Spelt, van het gelijknamige garagebedrijf, ging de heer Blok richting Barneveld. Na een lange dag vol tegenslag kwam men zonder resultaat thuis.
Mevrouw Blok nam hier geen genoegen mee en ging samen met de buurman de volgende dag opnieuw op pad. De hele dag volgden ze het spoor van Theo in de grensregio, ook over de grens. Tegen middernacht gaven de twee speurneuzen het op en gingen ze huiswaarts. In Wezel zag mevrouw Blok vanuit de auto Theo bij een benzinepomp. Een wilde achtervolging met snelheden van 130 km binnen de bebouwde kom volgde, waarbij de Nederlanders met allerlei signalen probeerden de Duitsers tot stoppen te dwingen. De rit eindigde bij het politiebureau in Marl, waar de heren naar binnen renden. De Duitse chauffeur mocht vertrekken maar de andere heren werden vastgehouden omdat ze smokkelaars waren. Echter voor mevrouw Blok kon men weinig doen omdat de misdaad, de oplichting, niet in Duitsland was begaan.
Door het optreden van de familie Blok werd een bende opgerold die grote hoeveelheden consumptiegoederen, waaronder roomboter smokkelde. Echter de roomboter die de familie Blok had geleverd was verdwenen en kwam niet meer boven water en zo bleef de familie met een strop van 5.000 gulden in de Bilt achter.
EvdV
U bevindt u op de Rondleiding Misdaad. Voor het vervolg klik HIER.
Literatuur:
Telegraaf 17-11-1960
Het Vrije Volk: democratisc h-socialistisch dagblad 14-11-1960