De geallieerde landingen in Normandië in juni 1944 leidden een nieuwe fase in de oorlog in. Het optimisme in Nederland was groot, maar na enkele maanden kwam de opmars tot stilstand. De grens tussen bezet en bevrijd gebied liep dwars door het land in de buurt van de grote rivieren. In deze rondleiding laten we de gevolgen zien in de gemeentes Maartensdijk en De Bilt, die nog niet bevrijd waren.
Om de verdediging van het Duitse Rijk te versterken, ondernamen de bezetters razzia’s op mannen die zij wilden gebruiken als arbeidskrachten. Doordat het transport per trein werd gehinderd en de aanvoer van eten en drinken nog verder vastliep, brak er voor velen een periode van honger aan.
In de hongerwinter was er op veel plaatsen geen elektriciteit en geen gas, zodat men de huizen niet kon verlichten en verwarmen en het koken een groot probleem werd. Er was gebrek aan de meest elementaire voedingsmiddelen. In gaarkeukens kon men op vertoon van bonnen nog een beperkte hoeveelheid eten van matige kwaliteit halen.
Noodgedwongen probeerden de inwoners allerlei vervangende producten uit, waarvan enkele zeer ongebruikelijk waren. Met de fiets of te voet ondernamen zij hongertochten naar het noorden of het oosten van het land om daar eten voor hun gezin te bemachtigen. Pas in maart 1945 bracht het Zweedse wittebrood enige verlichting.
Bekijk deze ontwikkelingen op de rondleiding. Voor het vervolg klik HIER..
