Op 11 augustus 1754 kwam Jan van Barneveld bij de Westbroekse kerkenraad op het matje. Daar werd hij door dominee Jacob Cornelius onderhouden over zijn optreden als ‘oefenaar’. [Afgebeeld is een deel van het fresco ‘Het Laatste Oordeel’ in de kerk van Westbroek: gestraften worden gekookt in de muil van het Hellemonster.]
Jan van Barneveld het naar het Laatste Oordeel verwezen, toen hij ‘het kwaad gerucht’ van Cornelis had voortgebracht: de dominee deugde niet, hij zou dat wel merken als het voor het Goddelijk Gericht dat het Laatste Oordeel was zou komen. Mogelijk doelde Van Barneveld daarbij impliciet op het Laatste Oordeel dat voor de Reformatie en wellicht ook later nog te zien was in de kerk van Westbroek. Dit fresco werd in onze tijd weer onder de kalk vandaan gehaald.
Al in 1750 en 1752 was Van Barneveld door de kerkenraad verteld, dat hij op moest houden om andere kerken te bezoeken en de Westbroekse kerk te mijden, met het verhaal dat hij thuis moest blijven om zich voor te bereiden op zijn activiteiten als ‘oefenaar’. Hij had anderen op zijn dwaalwegen meegesleurd. En dat was niet alles: de man had gezegd, dat dominee Cornelius ‘geen ligt had’. (Deze uitdrukking verwijst naar de Bijbel, waarin sprake is van hen ‘die in duisternis wandelen en geen licht hebben’, en ‘Christus het licht der wereld’ niet op hun pad lieten schijnen.) Kortom: de dominee was volgens de oefenaar een man die die twijfelde aan en niet geïnspireerd werd door het ware geloof. Deze verdachtmakingen hadden Cornelius veel schade gedaan, en veel kerkleden van de Westbroekse kerk hadden zich van de dominee afgekeerd.
Van Barnevelds woorden en daden hadden, zo leest men in de kerkenraadsnotulen, geleid tot ‘het veelvuldig verlaeten van den openbaren godsdienst en catechisatiën, als waerin sommige bijna noit verschenen […]. Ja selfs hebbe[n] verscheide bittere ontmoetingen van den een en anderen moeten ondergaan’. Vanaf de zomer van 1753 had Van Barneveld zonder opgave van redenen geweigerd de catechisatie bij te wonen. Volgens Cornelius had de man hem zelfs voor leugenaar en lasteraar uitgemaakt.
Toen Van Barneveld voor de derde keer was gewaarschuwd werd en hem verteld was dat hij moest ophouden met verwijzingen naar het Laatste Oordeel, weigerde hij zich weer aan het kerkelijk gezag te onderwerpen.
Het moest nu afgelopen zijn met een zachte aanpak, vond dominee Cornelius. De Amersfoortse classis werd erbij gehaald. Die was eenduidig was in zijn advies. Op 24 juni 1754 stelde zij vast dat Van Barneveld zich moest voegen naar de wensen van dominee Cornelius en zijn kerkenraad. Hij moest vanaf dat moment weer de kerkdiensten waar Cornelis voorging bezoeken en zijn schadelijke optreden staken. Van Barneveld mocht bovendien geen religieuze bijeenkomsten meer organiseren en toespreken. Tijdens de zitting van de kerkenraad op 11 augustus 1754 boog Van Barneveld voor de wil van de classis. Hij erkende dat hij God en de dominee heel veel misdaan had. Hij beloofde alleen met toestemming van de kerkenraad te ‘oefenen’. Deed hij dat niet, dat zou hij niet meer aan het Avondmaal mogen deelnemen. Hij moest, vertelde men hem, ‘eenen stigtelijken’ levenswandel gaan praktiseren. Hoe het verder met Van Barneveld is gegaan vertellen de bronnen niet.
Voor de volgende post over de ‘ware christelijke gereformeerde kerk’ in de kernen van het huidige De Bilt ten tijde van de Republiek klik men HIER om verder te gaan met de kerk van Maartensdijk in de achttiende eeuw.
AD
Bron: Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, inventaris 0978 (archief Hervormde gemeente Wetbroek 1515-1985), archief van de kerkenraad 1 (acta of notulen van de kerkenraad 1 (1632-1643, 1640-1744).