In de jaren vóór 1937 werd de route van Utrecht naar Zeist verlegd, zodat hij om de dorpskern van De Bilt heen liep. De onderschriften bij de afbeeldingen in Utrecht in woord en beeld spreken voor zichzelf. (Collectie Het Utrechts Archief)

 

Meer informatie

De weg van Utrecht naar Zeist stond lang bekend als de Biltse Steenweg of kortweg de Steenweg. Hij werd zo genoemd omdat het een van de eerste bestrate wegen in ons land was. De weg voerde door het dorp De Bilt en heette daar de Dorpsstraat of Steenstraat. Via de Holle Bilt ging hij naar Zeist en vandaar als Driebergseweg in de richting van Doorn, Arnhem en Keulen. Het was een van de belangrijkste verkeers- en handelswegen van ons land.

In 1937 was de nieuwe route buiten het dorp klaar, de Utrechtseweg. Daardoor werden de Dorpsstraat en de Holle Bilt ontlast en kregen zij de status van secundaire wegen. Deze nieuwe weg ging recht door het fort De Bilt en sneed ook de wijk Kloosterpark af van de rest van het dorp. Dat laatste werd enigszins gecompenseerd door een tunneltje aan de Kapelweg. De Utrechtseweg sneed ook het zuidelijke deel af van het landgoed Sandwijck, waar baron Carel van Boetzelaer grond afstond aan De Bilt om het Van Boetzelaerpark te vormen.

De weg is het begin van de Stichtse Lustwarande, een reeks van meer dan honderd buitenplaatsen langs de zuidelijke rand van de Utrechtse Heuvelrug. Deze reeks loopt tot voorbij Doorn en omvat in De Bilt bijvoorbeeld Sluishoef, Sandwijck, Koelenberg, Oostbroek en Beerschoten.

De Utrechtseweg is nu niet meer de hoofdweg naar het oosten omdat deze rol is overgenomen door de A28 en de A12.

DAB

Literatuur:
S. Broekhoven en S. Barends, De Bilt, geschiedenis en architectuur, Zeist 1995 p. 25-30.
C.L. van Groningen, De Utrechtse Heuvelrug, De Stichtse Lustwarande, dorpen en landelijk gebied, Zwolle 2000.