De Utrechtse hoogleraar middeleeuwse geschiedenis Frits Hugenholtz behoorde tot de belangrijkste mediëvisten in Nederland. Hij woonde in Bilthoven, waar hij ieder jaar alle eerstejaars studenten samen thuis ontving. Hierboven: Prof. Dr. F.W.N. Hugenholtz bij een promotie in 1976. (Foto DAB)
Frederik Willem Nicolaas Hugenholtz (1922 – 1999) werd in Wormerveer geboren. Zijn familie, ooit afkomstig uit Duitsland, telde veel predikanten en behoorde tot het patriciaat. Na het gymnasium studeerde hij geschiedenis in Leiden, waar hij in 1949 promoveerde op het onderwerp Drie boerenopstanden uit de veertiende eeuw. Vlaanderen 1323-1328, Frankrijk 1358, Engeland 1381. Onderzoek naar het opstandig bewustzijn. Daarin liet hij zien dat de honger op zichzelf niet de reden was waarom de boeren in Vlaanderen, Frankrijk en Engeland in opstand kwamen. Na een periode als lector aan de Leidse universiteit werd hij in 1958 gewoon hoogleraar in de geschiedenis van de middeleeuwen aan de Rijksuniversiteit Utrecht.
Hugenholtz vroeg zich af hoe de mensen in het verleden dachten. Daarmee speelde hij een belangrijke rol in de ontwikkeling van de mentaliteitsgeschiedenis van de middeleeuwen. Ook had hij grote belangstelling voor de historiografie en de vraag waarom middeleeuwse geschiedschrijvers schreven wat zij schreven. Zijn bekendste boek was Ridderkrijg en bugervrede (1959). Tot zijn publicaties behoorden Floris V (1966), Middeleeuwen tussen Erasmus en heden (1986) en Historici over heiligen (1987).
Op zijn initiatief gingen onderzoekers uit verschillende vakgebieden samenwerken om hun inzichten over de middeleeuwen bij elkaar te brengen. Daaruit volgde een reeks bundels over verschillende onderwerpen zoals Middeleeuwers over vrouwen, Culturen in contact en Gewone mensen in de middeleeuwen, waaraan naast historici bijvoorbeeld ook neerlandici, musicologen en archeologen meewerkten.
Frits Hugenholtz maakte een bedeesde indruk en had een innemend karakter. Hij gaf zijn studenten en promovendi een grote vrijheid bij hun onderzoek, maar ook steun. Met flauwekul had hij weinig op. Hij ging fel te keer tegen Albert Delahaye , een archivaris die dacht dat de Nederlandse plaatsnamen in de vroege middeleeuwen verkeerd geïnterpreteerd werden en dat de Nederlandse geschiedenis zich voornamelijk in Noord-Frankrijk afspeelde. Delahaye ontkende bijvoorbeeld dat Willibrord bisschop in Utrecht was en dat Bonifatius bij Dokkum zijn einde vond. De historische wereld gaf Hugenholtz gelijk.
In 1985 ging Frits Hugenholtz met emeritaat. Hij overleed in 1999 in Bilthoven.
DAB
U bevindt u op de Rondleiding Wetenschappers. Voor het vervolg klik HIER.
Literatuur:
Catalogus professorum Academiae Rheno-Traiectinae.
M. Slingerland, F. W. N. Hugenholtz gaf student de nodige vrijheid, in: Trouw, 3 augustus 1999.
Wikipedia, Familie Hugenholtz.
Gesprekken met diverse historici.