Al voor 1139 werd voor de vrouwelijke religieuzen van Oostbroek een apart klooster gebouwd op het terrein waar nu de Biltse wijk Kloosterpark ligt. De nieuwe vestiging werd aanvankelijk wel bestuurd onder toezicht van de abt van Oostbroek.
Net als andere kloosters was Vrouwenklooster afhankelijk van schenkingen. Het ging om grond, want in de middeleeuwen bestond rijkdom voor een belangrijk deel uit grondbezit. Een deel daarvan kregen de religieuzen, die van voorname afkomst waren, van huis mee als bruidsschat. Een ander deel bestond uit schenkingen in testamenten. Ook de abt van Oostbroek deed in 1219 een schenking.
Oostbroek en Vrouwenklooster hadden wel eens meningsverschillen over ontginningen. Bovendien wilden de zusters een eigen bestuur zonder inmenging van de mannen van Oostbroek. Dat leidde tot heftige conflicten waarbij kerkelijke overheden werden betrokken en er werd zelfs gedreigd met verdoemenis en hel.
Van Vrouwenklooster staan de gebouwen niet meer overeind, maar er zijn wel restanten van de bewoning opgespoord. Bij opgravingen heeft men onder meer aardewerk aangetroffen en een sleutel en een schedel.
In de negentiende eeuw heeft men Gotische bogen van de heilige Grafkapel in een sloot gevonden. Beeldhouwwerk uit de kapel bevindt zich in het Centraal Museum in Utrecht. Van de losstaande Petronellakapel, die zich bevond op het punt waar de Dorpsstraat en de Burgemeester de Withstraat elkaar ontmoeten, hebben we alleen een prent uit de achttiende eeuw. De kapel was in de zeventiende eeuw nog te zien.
DAB
U bevindt u op de Rondleiding over de kloosters in De Bilt. Voor het vervolg klik HIER.