Van 1481 tot 1483 woedde in Utrecht de Stichtse oorlog. Een van de belangrijkste veldslagen in die oorlog zou plaatsvinden bij Westbroek, waarbij de inwoners van de stad Utrecht minstens vijf- of zeshonderd verloren man doordat zij werden geconfronteerd met een grote overmacht. Afgebeeld zijn de Utrechtse soldaten met de stadsbanier, een penseeltekening van Joost van Atteveld van 1648.

 

Meer informatie

Aan de ene kant stond in dit conflict bisschop David van Bourgondië, de bastaardzoon van Philips de Goede. Hij werd opgestookt door Maximiliaan van Oostenrijk, de latere keizer van Duitsland, die getrouwd was met Maria van Bourgondië, de erfgename van onder meer Vlaanderen, Brabant en Holland. De andere partij werd gevormd door de steden Utrecht, Amersfoort en Montfoort, die vonden dat de bisschop te veel macht naar zich toetrok. Omdat partijgangers uit Utrecht in Holland onrust stookten en een opstand in Leiden steunden, beschouwde Maximiliaan zich ook als vijand van het opstandige Utrecht. Op 7 augustus 1481 verjoegen opstandige elementen in Utrecht het gematigde stadsbestuur.

Na aanvankelijke successen in de slag bij Vreeswijk en bij Naarden waren de Utrechters overmoedig geworden. Een groot Hollands leger echter heroverde Naarden en Eemnes. Vanuit Eemnes trokken de Hollandse troepen naar het zuidwesten richting Utrecht en op 26 december legden zij Westbroek in de as – behalve de huizen waar kraamvrouwen of stervenden waren, vertelt de Utrechts-Hollandse Kroniek. Het Hollandse leger telde vier- tot vijfduizend man.

Die troepen waren nu wel heel dicht bij Utrecht gekomen. Zodra de burgers van de stad ervan hoorden, sloegen ze de banklok en snelden ze met hun wapens in de hand naar het dorp. Ze wachtten niet op elkaar, ze vormden geen bataljons maar renden als een ongeregelde bende op de Hollanders in. Wie het hardste kon lopen, vond zichzelf het dapperste, schrijft de Utrechtse kroniekschrijver.

Aanvankelijk zagen ze maar een gedeelte van de Hollandse soldaten, maar toen ze dichterbij kwamen, begrepen ze dat er drie keer zo veel tegenstanders als Utrechters waren. Toen sloeg de paniek toe. Vincentius van Zwanenburg, de aanvoerder van de Utrechtse huurlingen, riep dat de mannen moesten blijven staan omdat ze anders op de vlucht gedood zouden worden, maar burgemeester Aernt Ruys, die met een rood vaandel voorop had gelopen, riep: Terug, terug! Het zijn er te veel! en gooide de vlag weg. De wanordelijke aanval sloeg om in een nog chaotischer vlucht.

 

Vlucht

Er werd in die tijd nog gesproken van het Westbroeck: de westelijke moerassen; soms had men het ook over Het veen. Het was hartje winter en het veen was bevroren; de Utrechters aarzelden dan ook niet om erover te lopen. Doordat er echter te veel mannen waren, zakten velen door het ijs. Velen verdronken; anderen stierven die nacht van de kou.

De Hollanders doodden een groot aantal Utrechters; anderen bleven gewond langs de weg achter en stierven die nacht door bloedverlies. De overwinnaars achtervolgden de vluchtenden tot Zuilen toe of volgens Molinet zelfs tot de poorten van Utrecht. Als de nacht niet ingevallen was, hadden ze volgens deze Bourgondische kroniek de stad kunnen innemen.

Een paar vrouwen uit Utrecht gingen de volgende dag hun mannen halen met karren of kruiwagens; een vrouw vertelde dat ze twee dagen lang onder de doden had gezocht naar haar echtgenoot. Minderbroeders, Dominicanen en Cellebroeders brachten de lichamen bij elkaar. De doden die zo zwaar verminkt waren dat men ze niet kon identificeren, legden zij in een massagraf in Westbroek te ruste, wel veertig man in een grote kuil. Anderen werden individueel in Westbroek begraven. De overige gesneuvelden brachten zij voor identificatie naar de Neude, waar ze lagen als vissen op een kraam, zegt de kroniekschrijver.

Het was een zware klap. De Utrechters, die kort daarvoor feest gevierd hadden over de overwinning bij Vreeswijk, rouwden nu om het verlies van vijf- of zeshonderd mannen of volgens Basin zelfs drie keer zoveel. Het betekende een keerpunt in de oorlog.

Bij de slag was vermoedelijk ook Jan van Schaffelaar aanwezig. Over hem zie de onderstaande link, waar onze redacteur Dick Berents wordt geïnterviewd voor BNN-VARA: LINK

DAB

Literatuur:

Tenhaeff, N. B. (ed.) Bisschop David van Bourgondië en zijn stad, Utrechtsch-Hollandsche Jaarboeken van de hand van een onbekenden, gelijktijdigen schrijver naar den eersten druk van Antonius Matthaeus’ Analecta, Utrecht 1920.

T. Basin, Histoire de Louis XI, ed. C. Samaran en M. Garand vol. III (1477 – 1483), Paris 1972.

J. Molinet, Chroniques deel 2, ed. J. – A. Buchon, Paris 1828.

D.A. Berents, Jan van Schaffelaar, tekst en uitleg, Soesterberg 2017.

A. Doedens, Veel in weinig, de slag bij Westbroek, in: Van Schaik, Boeren, soldaten en heiligen, Breda 1996.

Zie ook op deze site:

De slag bij Westbroek in de literatuur: Oltmans en De Schaapherder

De muurschilderingen van Westbroek

Voor het onderwijs: Opdracht De  slag bij Westbroek

 

Anneke Westeneng uit Westbroek heeft de gebeurtenissen rond de slag in de vorm van een verhaal beschreven.

Om dat te lezen, klik hier:

De slag bij de Kerk door Anneke Westeneng

 

 

Spring naar toolbar