Afgebeeld is een ‘Gezicht op het landschap in de omgeving van Westbroek’ van omstreeks 1800. (Het Utrechts Archief, catalogusnummer 206268.) Dit door mensen gemaakte landschap heeft een geschiedenis van bijna duizend jaar.
Hoezeer ze ook nu met elkaar één geheel lijken te vormen, Achttienhoven en Westbroek vormden vroeger twee aparte dorpen met aparte besturen. Het dorp Westbroek is het oudste dorp in de ontginningen ten noorden van de Vecht. De nederzetting schoof vanaf de eerste ontginningen langzaam naar het oosten op, tot de huidige plek in het midden van de vijftiende eeuw werd bereikt. Zie De ontginningen in Westbroek en Maartensdijk. Deze ontginningen werden mogelijk door een overeenkomst uit 1085. Toen kreeg de proost van de Sint Jan in Utrecht van de Utrechtse bisschop de beschikking over de veenwildernissen van onder meer Achttienhoven. De proost, de belangrijkste man van het bestuur van die kerk, mocht ook rechtspreken en zelfs doodvonnissen vellen. Zie De schenking van Achttienhoven aan het kapittel van Sint Jan.
In de Sint Janskerk in Utrecht vindt men de grafstenen en tombes van ettelijke proosten die dus ook heren van Achttienhoven waren. Zie De hoge heren van Achttienhoven. Zij waren ook buiten Utrecht en Achttienhoven van betekenis. Zie Een machtige heer van Achttienhoven, door de paus geëerd. Sommige proosten waren erg rijk. Zie Een vermogende heer van Achttienhoven: Steven van Rumelaer. Andere proosten waren van belang voor de wetenschap van hun dagen. Een tot in Rome bekende proost en heer van Achttienhoven was een tijdgenoot van Erasmus en evenals deze een humanist: Albert Pigge.
In de middeleeuwen werd de heerlijkheid Westbroek door de Utrechtse bisschop in handen gegeven van het geslacht van Zuilen, een familie van edelen die in dienst waren van de bisschop. Westbroek viel misschien oorspronkelijk onder de abdij Oostbroek, maar was in de dertiende eeuw in handen van de Van Zuilens. Zie Heren en vrouwen van Westbroek in de middeleeuwen.
In de zestiende eeuw komen we onder de heren van Westbroek een graaf Willem van Rennenberg tegen. In de Westbroekse kerk vindt men nu nog een plaquette die aan deze van Rennenberg herinnert. Zie ook De heren en vrouwen van Westbroek in de zeventiende en achttiende eeuw. Vanaf de zeventiende eeuw komen we leden van het geslacht Van Tuyll van Serooskerken tegen als heer van het dorp. Zie De gedenkplaat van graaf Willem van Rennenberg.
De kerk van Westbroek is een rijksmonument. Hij is vooral beroemd vanwege zijn vroeg zestiende-eeuwse muurschilderingen, de enige in hun soort in Midden-Nederland. Zie De muurschilderingen van Westbroek. Deze schilderingen zijn een beeldende reactie op de Slag bij Westbroek uit 1481. Toen gaven de troepen van de Hollandse stadhouder, die namens de Bourgondische vorst optrad, de ongehoorzame Utrechtse burgers een gewelddadig afstraffing. Zij richtten een bloedbad aan in het veen bij het dorp. Zie De slag bij Westbroek. Het verhaal in de muurschildering van de Drie Doden en de Drie Levenden lijkt een verwijzing naar deze slachting. Zie ook Westbroeks Landschap en Schilderingen.
De reformatie drong maar langzaam door in Westbroek; de nieuwe predikanten waren vaak katholieke geestelijken. Hun gedrag leidde soms tot schandalen. Zie Westbroek en de Reformatie.
In de zeventiende eeuw trokken boerenarbeiders uit Maartensdijk en Westbroek naar Amerika om daar Nieuw Nederland (bij het latere New York) te helpen ontginnen. Zie Westbroekers en Maartensdijkers in Amerika.
Behalve een aantal fraaie oude boerderijen treft men in Achttienhoven en Westbroek ook gebouwen aan die herinneren aan voormalige buitens. Zie Ooit Achttienhoven: de buitenplaats Roosendaal, Het huis Rozendaal in Westbroek en Villa De Blauwhoef.
Als gevolg van de Schoolstrijd kenden Westbroek en Achttienhoven vanaf de late negentiende eeuw lange tijd twee lagere scholen. Zie De schoolstrijd en Achttienhoven-Westbroek.
De Tweede Wereldoorlog greep diep in in het leven van de Westbroekers. In 1940 moesten de bevolking en het vee noodgedwongen een tijdje weg uit Westbroek en Achttienhoven doordat hun gebied onder water werd gezet om de opmars van de Duitsers te hinderen. Zie De evacuatie van Achttienhoven en Westbroek. Een triest onderdeel van de geschiedenis van Achttienhoven en Westbroek zijn de gebeurtenissen tijdens de bevrijding in 1945. Zie Een trieste Bevrijdingsdag in Westbroek. In de twintigste eeuw kwam er een einde aan de zelfstandigheid van Westbroek en Achttienhoven door verschillende gemeentelijke herindelingen. Zie ook Het gemeentehuis van Westbroek en De ambtsketen van Achttienhoven.
Bekende Nederlanders die naar Achttienhoven en Westbroek kwamen, waren de dichter Gerrit Achterberg en de kunstenaar Herman van Veen wiens theaterproductie bureau een tijd lang zijn in het voormalige gemeentehuis gevestigd was. Zie Gerrit Achterberg over De Bilt en ook Het gemeentehuis van Westbroek.
AD